“Diep gaan” & zandafgravingen

In dit schrijfsel vertel ik iets meer over zandafgravingen. Voor mij persoonlijk de mooiste visserij dat er is. België heeft talloze grote en diepe zandafgravingen, met een verre geschiedenis. Vaak vind je ze in de buurt van snelwegen, daar waar ooit het grind en zand gebruikt is voor de aanleg ervan. Naast rivieren komen ze ook wel eens tevoorschijn, dit vereenvoudigde vroeger het zandtransport via scheepvaart.

Allen hebben ze enkele zaken gemeen. Ze zijn groot, oud, diep en vol natuurlijk voedsel. De perfecte habitat voor grote karpers dus!

Vaak is het een mysterieuze visserij en gebeuren er moeilijk verklaarbare zaken. Zoals karpers die plots jaren verdwijnen! In vergelijking met een relatief ondiep klein putje, ben je dus nooit uitgeleerd en gebeuren er altijd nieuwe dingen.

Terugblik op 2022

Als eens sneltrein loop ik even door het vorige seizoen en hou halt bij het najaar, daar waar er toch weer wat bijzondere zaken zijn bijgeleerd.

Het vorige jaar was best bewogen qua leven & visserij. Er werd gekozen voor een water waar fysieke en mentale gezondheid 100% moest zijn. Het fysieke gedeelte was zwaar; daar er een heel hindernissenparcour moest afgelegd worden om aan het water te raken en dit dan nog eens in de donkere uren. Vanaf dan begon het vissen in pure eenzaamheid en complete afzondering. Geen mens te bespeuren, geen woord dat gezegd kon worden. Ik werd letterlijk één met de natuur. Als ik na enkele dagen men kamp verliet en weerkeerde naar de bewoonde wereld, kan ik enkel concluderen dat het mentale gedeelte nog zwaarder was! Wanneer op 23 juni de tragische dood plaats vond van vriend makker maat Steven Van Puymbrouck, brak ik letterlijk en figuurlijk. Het vismateriaal werd zowat de hele zomervakantie aan de kant geschoven en er werd extra aandacht aan men gezin gegeven. Het allerbelangrijkste in het leven! Hier kan geen vis tegenop.

Het najaar ging ik diep

Het najaar brak aan, en de zin om weer eens wat deftig op te starten was terug! Er werd gekozen voor een grote diepe zandafgraving. De stek liet ik bepalen door de medevissers die er al een hele tijd aan de slag waren. Wanneer het druk is op een water mijd ik deze stekken liever en geef altijd de voorkeur aan de iets minder populaire stekken. De stek was gekozen en het peilwerk kon van start gaan. De ondiepte liep rustig af naar een 5 à 7meter en dit een vijftigtal meter uit de kant, erna kwam er een steile talud naar een 10 tot 12m. Boven en beneden het talud was het netjes hard en de zon draaide mooi mee zodat de stek achter het talud niet in de schaduw/donker viel. Ideaal dus! Vanaf een 80meter was geheel het water eentonig, 15 tot 17m diep en pure modder.

Na een tweetal weken voeren waren we midden oktober en kon de eerste echte viscampagne na lange tijd weer van start gaan. Alles voelde weer als vanouds, eindelijk kon ik weer eens rustig en relaxt vissen. Collega vissers kwamen een praatje maken en de avond brak aan. De eerste vissen hoorde ik springen en dacht bij mezelf elke minuut kan het gaan gebeuren. Wanneer het ‘s ochtends licht werd was men verbazing groot dat er niets was gebeurd. Ik checkte de lijnen en legde ze weer boven en onderaan het talud op ongeveer 7 en 10meter. Dag en nacht herhaalde dit ritueel zich, weer vissen horen springen maar helaas weer een blank.

Bij het eerste licht tuur ik over het water met een warme bak koffie mijmerend hoe kan dit nu?! Alles was mooi voorbereid de stek had enkele weken voer en rust gekregen, de karpers hoorde ik elke nacht springen en toch kwam er geen actie…

Plots zag ik eindelijk eens een karper overdag springen. Een 20tal meter achter men diepste hengel draaide een vis! Op het puntje van men bed ging de ‘mojo’ weer helemaal naar boven. Op een uur tijd sprongen er zeker 10vissen allen in dezelfde zone een twintig tot dertigtal meter achter men hengels maar een aanbeet bleef uit…

Ik werd er helemaal gek van en draaide de ondiepste hengel binnen. Als er iets is waar ik niet tegen kan, is het als er vis in de buurt is en er niks gevangen wordt. Met een bijna maximale worp smeet ik het lood te water daar waar de vissen draaiden. Ik telde rustig: 1,2,3, … 17 ‘blub’. Naar schatting was dit dus zeker een 15m diep, het lood moest ik dan weer uit de modder trekken. Een heel klein beetje chagrijnig begon ik de boel in men tent al wat op te ruimen. Tot plots na amper een half uur de diepe modderhengel het uitgeschreeuwde. Even later was de eerste vis een feit! Een prachtige two-tone schub die net de 15kg haalde. Ik was verbaasd maar zo gelukkig!

Om de diepte te dubbel checken liet ik een vriend langskomen met een tele en dieptemeter, en ja hoor het gehele stuk liep zachtjes van 14m tot 16,4m. Machtig, dit moest men diepste vis ooit zijn! Week in week uit bleef ik verder voeren in het diepe. En sindsdien beleefde ik elke week sessies om van te dromen. Een hele reeks grote vissen kwam langs, allen vanuit het diepe en allen hingen ze vol met modder! Een bizar gezicht was dat omdat ik eerst dacht dat de vissen een soort schimmel hadden. Gelukkig was dit niet en moest ik gewoon de vissen schoonmaken en de sliblaag eraf wrijven.

Ondanks ik in het verleden hier al vaak had gevist, was er dus toch weer heel wat nieuws bij te leren! In de toekomst ga ik me dus nergens meer de vraag stellen: ‘Zou het niet wat te diep zijn?!’

Vandaag de dag midden februari wandel ik met men trouwe viervoeter voorbij de stek en denk ik bij mezelf. Als ik had blijven voeren zaten we hier wellicht nu nog vissen uit het diepe te trekken. Maar zoals eerder gezegd. Tijd met naasten en familie kan geen vis tegenop! Verder kijk ik uit naar het frisse groen in het voorjaar en hoop ik dat we dit jaar minder ‘diep’ moeten gaan.

Bedankt voor het lezen en allen een mooi (vis)jaar gewenst! Dries