Het moet rond 2008 zijn geweest dat ik voor het eerst een nachtje op het syndicaat kon vissen. Het was een bloedhete dag. De airconditioning van mij Astra werkte al een tijdje niet en de twee en een half uur durende rit naar het syndicaat werden gereden met de ramen open en de volume knop van de cd speler richting max. Eenmaal aangekomen trekt er een grote grijze stofwolk gecreëerd door het droge kiezel over mijn auto heen en als deze opklaart zie ik dat er een oude man zwaaiend met zijn vinger en roepend dat hier niet gevist mag worden. Gelukkig duurde het niet lang tot dat ik de grijze bus van Theo aan zie komen die mij toegang tot het syndicaat verschaft. (De oude man bleek de beheerder van de surfkantine te zijn en bewaakt tevens het water ook zo’n beetje als de vissers er niet zijn) Het water, de Heylakker, aka de Surf is een grindput in Belgisch Limburg dat beheerd wordt door hengelsportclub de Heyvissers. In deze tijd was het rond het water ruig begroeid en slecht begaanbaar dus bevissen we een groot gedeelte van het water vanuit één stek. Er wordt over grote afstand gevist op kleine grindplaatjes verspreid over de plas wat nog een hele opgave is. Pas tegen de avond liggen alle drie mijn hengels in en zit ik voor de bivvy te genieten van het uitzicht. Theo heeft een bestuursvergadering in de kantine maar zorgt goed voor me. Zo om het half uur komt er een heerlijk koud jupilertje aan. Pas laat in de avond schuift Theo aan. Hij vaart met het grootste gemak zijn hengels precies op de centimeter uit en komt naast me zitten. We praten wat over karper en bier, hij vergelijkt ons Amsterdams goud met paarde pis maar als het Jupiler op is geniet hij toch stiekem van een blikje Amstel.

Het is bijna 02:00. Al gapend zitten we nog buiten. Twee korte piepjes op mijn rechter hengel is het begin van de meest zenuwslopende dril van mijn leven. De rig ligt op ongeveer 200 meter uit de kant op de glooiing van een eiland. Snelheid is een must omdat als de vist ervoor kiest om rechts af te schieten kan hij om het eiland heen en schat ik mijn kansen om hem het net in te krijgen klein. Ik spring het klaar liggende BIC bootje en word vanaf het begin op sleeptouw genomen. Ik heb niets te vertellen en koers staand in het kleine bootje met een hele kromme hengel over het water. Na een paar minuten krijg ik in de gaten dat er iets niet klopt. Mijn lijn loopt niet in de juiste richting en blijkt om een boei heen te liggen. Ik vermoed dat ik bij het uitvaren van de hengel op een gegeven moment uit koers ben geraakt en mijn lijn achter de boei is terecht gekomen. Na veel gevloek ben ik bij de boei aangekomen en trek de boei met ketting en al direct in de boot. De gehaakte vis zit er nog aan en ik krijg met geen mogelijkheid de lijn verwijdert van de ketting die onder de boei hangt. Ik besluit terug te varen waar enkele toffe gasten al klaar stonden met te helpen. Wonder boven wonder lukt het de lijn vrij te krijgen en ik krijg een tweede kans die ik benut. Al dook de vis tot twee keer toe in het wier en schepte ik meerdere malen mis wist ik uiteindelijk een vis genoemd Robin te vangen op een gewicht van 23,7 kg. Robin heeft zijn naam te danken aan een onderhuidse ziekte die hem zijn rode kleur gaf. Helaas bleek tijdens het fotograferen mijn camera niet te werken. Een paar minuten proberen de blokkeerde ontspanner los te krijgen en Robin alsnog op de gevoelige plaat te zetten mislukte en ik besloot de vis zo snel mogelijk terug te zetten. Robin was bekend voor zijn stressgevoeligheid en mag geen risico nemen.

We moeten haar zeker 10 minuten in het water op sterkte laten komen maar uiteindelijk zwemt hij rustig de diepte in. Een foto is een mooie herinnering maar wetend goed gehandeld te hebben is meer waard. Helaas is Robin enkele jaren laten overleden als zware vijftiger.

Ik ving verder niets meer maar je kunt begrijpen dat ik helemaal weg van dit water was. Gelukkig heb ik de mogelijkheid om af en toe als gast te mogen komen vissen. Ik heb hier in der loop der jaren ook gretig gebruik van gemaakt. Het is niet zo dat ik elk weekend voor het hek zat maar één keer per jaar soms twee keer kon ik op ze’n Belgisch gezegd eens afkomen. In de loop der jaren heb ik de surf enorm zien veranderen. Theo en de andere leden werken keihard en hebben ervoor gezorgd dat de put is omgetoverd tot een waar vissers paradijs. Niet alleen voor karper vissers maar ook witvissers en roofvissers komen aan hun trekken met voorn, zeelt en brasem in record formaten, enorme snoeken etc. Er zijn ondertussen al twee uitzettingen van Black bass gerealiseerd en men doet er alles aan om deze prachtige rovers tot voortpalnting te krijgen. Een veldweg is aangelegd rond het water, visplaatsen aangelgd zodat het water nu van alle windrichtingen te bevissen valt.

Ook is er in de fauna goed geïnvesteerd met dikke rietkragen, lelies en andere planten bieden bescherming aan allerlei insecten, slakken, kikkers en vogels. Door een kijkemmer kun je een heel schouwspel waarnemen. Watervlooien schieten zenuwachtig voorbij als er een school baby visjes langskomt. Andere alien uitziende beestjes zoeken dekking onder de bladeren van een plantje zodra de kijkemmer het water raakt. Zo af en toe komt er een slak verborgen in zijn huisje voorbij. Buiten het feit dat deze habitat levendig en super uitziet zijn al deze beestjes natuurlijk voedsel voor onze beschubde vrienden. Ware boilie concurrenten wat het vissen er niet makkelijk op maakt. Ik ben geen expert op dit gebied maar ik neig wel te denken dat een karper natuurlijk voedsel zoals slakken, vlooien, wormpjes en andere insecten vaak boven een boilie zullen kiezen. Ik vis hier dan ook graag met wat kleinere (chopped) boilies en zaden zoals hennep of boekweit wat ik compact voer. Mijn haakaas maak ik extra attractief door deze te dippen in een amino extract met de hoop dat het zo sneller gevonden wordt.

Op mijn thuis water wat een grote veenplas is vis ik met 90% van de tijd met een standaard hair rig welke het goed doet. Soms in combinatie met een pop up of een stukje plastic mais maar gekker ga ik echt niet. Echter op het syndicaat gebruik ik agressievere onderlijnen. De vissen hier zijn niet gek en maken niet vaak foutjes. De haak moet dus direct de onderlip inschieten en de vis moet hangen. Als ik zeker weet dat ik op kiezel vis kies ik voor de Ronnie rig welke ik knoop met een Gardner Tackle Mugga haak maat 4. Een redelijk grote haak die zo uit de verpakking verschrikkelijk scherp is en snel veel vlees pakt. By far mijn favoriete haak. De Ronnie rig is het laatste jaar enorm populair geworden en in mijn ogen de beste pop up rig die er is mits je op een schone bodem vist. Als er iets van lage vegetatie op de bodem ligt kies ik voor de wel bekende Hinged stiff rig. Ook deze rig is uitermate agressief en voor de gehaakte vis zeer lastig kwijt te raken.

Terug naar het syndicaat; Het bestand op de Surf is uniek en alle vissen die er zwemmen zijn speciaal geselecteerd of nog unieker, dikwijls uitgebroed in de kelder van Theo. Alle karpers zijn gekenmerkt door schoonheid, bouw en groei snelheid. Alleen het beste mag hier rondzwemmen! Het dwingt enorm veel respect af hoeveel bloed zweet en tranen in deze vissen gestoken wordt om de leden van het syndicaat en af en toe een gast visser het mooiste te bieden wat er is. Helaas is de natuur hard en zijn er de laatste jaren enkele van de topvissen overleden waaronder de enorme schub Bizon. Gelukkig zwemmen er nog genoeg mooie grote vissen en de toekomst ziet er goed uit met de uitzettingen die er de laatste Jaren zijn gedaan.

Alle gevangen karpers worden gemeten, gewogen en gefotografeerd. Alle gegevens worden nauwkeurig geregistreerd. Het is ontzettend leuk om zo een vis te monitoren en te zien hoe vaak hij gevangen wordt en hoe de groei doorzet.

Tot slot wil ik Theo, Johnny, Danny en alle andere syndicaat leden bedanken voor hun gastvrijheid, jupilertjes en patatjes stoofvlees!
Ik hoop dat ik als gast af en toe nog eens mag afkomen.